Als werkgever wilt u de mensen die voor u werken goed belonen. Dat doet u uiteraard met een passend salaris en met een uitgebalanceerd pakket arbeidsvoorwaarden. Een goede pensioenregeling mag daarin niet ontbreken. Want werknemers beschouwen een goed pensioen, naast hun salaris, als de belangrijkste beloning voor hun inzet. Een onmisbaar instrument dus om uw medewerkers te binden, stimuleren en motiveren.
Het Nederlandse pensioenstelsel kent drie pijlers.
De basis van het pensioen is de AOW, de Algemene Ouderdomswet. Iedere inwoner van Nederland heeft recht op een AOW-uitkering. De AOW betreft een uitkering gekoppeld aan het minimumloon.

De tweede pijler, het werkgeverspensioen, resulteert, samen met de AOW, in een pensioenuitkering. Als werkgever hebt u geen wettelijke verplichting uw werknemers een pensioen toe te zeggen. U doet dit binnen CAO-afspraken of op vrijwillige basis als onderdeel van uw totale bedrijfsfilosofie. Zegt u eenmaal pensioen toe, dan kunnen uw werknemers ook daadwerkelijk rechten ontlenen aan de toezegging.

De derde pijler van het pensioenstelsel bestaat uit de individuele oudedagsvoorzieningen die een werknemer zelf treft. In de regel doet hij dit door aanvullende pensioenverzekeringen af te sluiten bij een verzekeringsmaatschappij.

Werkgeverspensioen

Als u uw werknemers een pensioenregeling aanbiedt, dan hebt u – binnen de bepalingen van de Pensioenwet en de Wet op de loonbelasting – alle vrijheid die regeling te kiezen die u wilt. Uw bedrijfsfilosofie, uw budget en de relatie tot uw werknemers bepalen de aankleding van het pensioen. U kunt daarbij kiezen uit twee soorten pensioenregelingen:

1) Salarisdiensttijdregelingen waarin de pensioenuitkering direct afgeleid is van het genoten salaris en het aantal dienstjaren. Hiertoe behoren de diverse vormen van de eindloon- en middelloonregelingen.

2) Beschikbare-premieregelingen waarin er geen relatie is tussen de uitkering en het verdiende salaris, maar een premie wordt vastgesteld als percentage van het salaris.

Vanaf 1-7-2023 is de nieuwe Pensioenwet van kracht en kunnen nieuwe pensioentoezeggingen uitsluitend worden gedaan op basis van een beschikbare-premieregeling.  Noot: er is een overgangstermijn voor bestaande pensioentoezeggingen tot 1-1-2028 (deze datum wordt mogelijk nog verlengd).

Nabestaandenpensioen

In de huidige pensioentoezeggingen is het nabestaandenpensioen gebaseerd op pensioengrondslag x diensttijd x percentage. In pensioentoezeggingen vanaf 1-7-2023 is het nabestaandenpensioen gebaseerd op salaris x percentage (en is niet meer afhankelijk van de resterende diensttijd bij de werkgever). In beide situaties worden de premies betaald door de werkgever.

Beschikbare-premiesysteem

Bij de beschikbare-premieregeling zegt u geen pensioenuitkering toe, maar een pensioenpremie die gerelateerd is aan het salaris. Uw medewerker kan die premie investeren in een garantieverzekering met een vast rendement of in een beleggingsverzekering. De groeiende populariteit van beschikbare-premieregelingen is verklaarbaar vanuit de voorspelbaarheid en beheersbaarheid van de kosten. U kunt immers precies berekenen wat u aan pensioenlasten kwijt bent.

Extra: bij spaar pensioen

Driekwart van de Nederlanders heeft een pensioentekort. Ook als de werknemer veertig jaar achtereen aan een werkgeverspensioen deelneemt, kan hij heel gemakkelijk een pensioentekort oplopen. Het is zelfs eerder regel dan uitzondering. Pensioentekorten kunnen op verschillende manieren ontstaan zoals verandering van werkgever of echtscheiding. En het pensioentekort neemt nog eens toe door diverse hiaten in het sociale zekerheidsstelsel, zoals de AOW-, WIA- en Anw-hiaten. Als werkgever kunt u uw werknemers in staat stellen het pensioentekort weg te werken of te verkleinen door een bij spaar pensioen aan te bieden.